zondag 13 maart 2011

De jongste niet meer


Ik parkeer de auto aan de kant van de weg, net in een flauwe bocht en met de neus naast een oude verzakte boom. Mijn zakken zitten volgepropt met de flessen en spuiten die ik nodig heb voor mijn taak. Ik stap uit en ga het pad van het boerderijtje aan mijn rechterhand op, een wat ouder, verweerd pand met op de oprijlaan een oldtimer met daarin twee op wraak beluste keffertjes. Het slot van het houten hek sluit niet helemaal en kraakt als ik hem van een kier openduw naar een ruimte waar ik doorheen kan lopen. De eigenaresse van het hoogbejaarde New Foundlander teefje die ik een spuitje moet geven komt mij al tegemoet. Op hetzelfde moment komt ook de fokster van het teefje het pad oplopen. Zij woont nu al weer jaren in de Flevopolder maar voor deze gebeurtenis heeft ze de reis naar Noord-Holland graag gemaakt. Dit is de laatste hond van mijn laatste nest zo laat ze me weten. De achterdeur gaat open en ik betreed de keuken. Aan de houten muur zijn een veelheid aan foto's geprikt, getuigend van een bewogen en zo te zien gelukkig leven. Het bazinnetje is een jaar geleden gepensioneerd en besteed nu haar aandacht aan kinderen, kleinkinderen en natuurlijk de honden. Zo vlak bij het strand duren de wandelingen uren waarbij de wind de muizenissen uit het hoofd blazen.
Het teefje ligt in een hoekje van de keuken en besteedt niet al teveel aandacht aan de omgeving. Ondanks een forse hartafwijking, een aandoening die bij een New Foundlander op leeftijd geen uitzondering is, ging het tot voor kort nog prima met de krasse dame. Maar nu heeft een tumor in de tong haar toch geveld. Ik slurp mijn koffie, de lippen aan de rand van een verweerd, antiek kopje. We praten wat over de strijd die het dappere dier de laatste paar weken heeft gestreden en over het verdriet van het komende, onvermijdelijke afscheid. De twee oudere dames kletsen eigenlijk nog best ontspannen en ik doe dapper mee terwijl ik wacht tot het moment dat zij toe zijn aan de laatste behandeling van het arme dier. Als het moment daar is verplaatsen we de moeilijk lopende "oude dame" naar de serre, de plek waar ze zo graag verpoosde. Een voorprikje met een slaapmiddel en tien minuten wachten, waarna ik het narcosemiddel in een ader aan het achterbeen van de hond aanbreng. Dikke tranen rollen van de wangen van het baasje over de zware zwarte kop. Een laatste diepe zucht als het leven het lichaam verlaat. Na een poosje sta ik op en neem afscheid.

Als ik het pad weer afloop zie ik de punt van mijn auto een oude mitsubishi uit 1994 bij de oude eik en ik bedenk dat ik met mijn 52 jaren relatief de jongste van het hele stel ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten