maandag 23 november 2009

De gebeten hond

Het hondje in de armen van mevrouw zag er deerniswekkend uit. Door stress en pijn was alle levenslust uit het lijfje gezogen. Aan de rechterkant van het lichaam zag ik door de grote gapende wonden het onderhuidse weefsels naar buiten puilen.
Eerst het crisis onderzoek. Slijmvliezen, pols, ademhaling en reflexen krijgen een snelle checkup. Ze is wat bleek en heeft een snelle hartslag wat wijst op een aanwezige shock. Ik geef een prikje om deze te bestrijden. Ondertussen vertelt mevrouw wat er gebeurd is. Het hondje is een onderdeel van een roedel. Eens de fiere leider is ze, met het klimmen van de jaren, gezakt op de hierargische ladder. Een van de kleinkinderen heeft het leiderschap overgenomen, iets wat ze eigenlijk nog niet echt kan velen. De confrontatie tussen de twee heeft duidelijk moeten maken wie nu eigenlijk de echte baas is. De roedel doet mee met de sterkste zodat oma nu van leider naar lijder is verwezen. Het baasje staat te trillen van ellende. Het gevecht stoppen was voor haar een schrikbarende ervaring. Zeven honden die er eentje "voor de kill"aanpakken. Hondje voor hondje van het slachtoffer afplukken en wegbrengen, wetend dat de rest hun vernietigende werk voortzetten. Het staat nog steeds op haar netvlies gegrift.
Al pratende lijkt er een stabiele lichamelijke toestand te zijn ontstaan. Ik besluit te gaan opereren. Prikje narcose en rustig afwachten tot ze slaapt. Opnieuw de wonden inspecteren om met name een indruk te krijgen van de diepe schade. Deze valt gelukkig mee. Alle operatiebenodigdheden worden uitgestald en het hondje wordt ruim geschoren. De wonden worden schoongemaakt en hier en daar wat al te bezoedeld weefsel wordt verwijderd. Ik pak de hechtdraad en begin met het sluiten van de wonden. Omdat ik het diertje voortdurend observeer valt de afwijkende ademhaling en de kleurverandering van de tong meteen op. Stoppen!!, luisteren en kijken!!!, stethoscoop!!!, geen hartslag!!!. Als een speer pak ik het flesje antinarcose uit de kast. De helft van de narcose kan ik wegwerken dus ik spuit de benodigde hoeveelheid antinarcose-vloeistof in de tong vanwaar het supersnel in het lichaam opgenomen wordt. Ik geef een klap op de borstkast en begin met reanimeren. Twee minuten, vijf minuten gaan voorbij. De eerste ademtocht verwelkom ik met een zucht van verlichting. Nog eens tien minuten verder begint de inhaalrace die het lichaam moet doen om de tekorten die ontstaan zijn tijdens de hartstilstand weer aan te vullen. Ik kan niet veel anders dan de wonden sluiten met krammen en een forse antibioticadosis toedienen. Ik roep de eigenaresse binnen en vertel wat er gebeurd is. Ik zie de bleekheid in haar gezicht schieten. Haar tranen bedwingend uit ze haar verdriet over het zielige hoopje hond dat tussen ons op tafel ligt. Schuldgevoel welt in haar op en komt er via de tranen in haar ogen uit. Ik neem het hondje op zodat ik premanent kan kontroleren hoe het gaat. Heel langzaam knapt ze op zodat ik voor de nacht nog een prikje met morfine kan geven.
De volgende dag is het hondje al weer aardig verbeterd en ik begrijp waarom ze vroeger de baas van het hele spul moet zijn geweest. Wat een doorzettingsvermogen heeft dit diertje. Toch zal er bij thuiskomst iets moeten gebeuren want als je in de roedel eenmaal de gebeten hond ben ........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten