vrijdag 12 maart 2010

Een best “baasje”

Een best "baasje"

Aan het eind van het spreekuur kwamen ze langs. De mand hermetisch gesloten met daarbij nog een extra riem over de deksel gespannen. In een hoekje van de mand zit, in elkaar gedoken en fel uit de ogen kijkend, een kater. Hij is wild........., erg wild. Hij zwerft in de buurt en af en toe komt hij eens binnen. Met de andere katten in huis gaat dat soms wel goed maar soms ontstaat er een forse ruzie. Na zoveel jaren om het huis zwerven is er een soort afstandelijke verhouding tussen de bewoners en de kater ontstaan. Heel soms mogen ze hem iets aanraken maar van knuffelen en aaien is geen sprake. De reden dat ze toch de moeite hebben genomen om langs te komen bewonder ik dan ook zeer. Als ik hem voorzichtig uit zijn mandje schud is het probleem goed zichtbaar. Al blazend en grauwend komt hij te voorschijn en eenmaal uit de mand loopt hij sluipend door de spreekkamer, argwanend zijn omgeving in zich opnemend. Hij loopt wankel. Telkens als hij een stap wil doen lijkt het als of zijn evenwicht iets verliest zodat hij snel een stapje naar rechts doet. Ook houdt hij de kop scheef. Zo loopt hij voortdurend een rondje naar rechts. Aan de hand van de verschijnselen moet je of denken aan een hersen- of aan een middenoorprobleem. In het middenoor wordt het evenwicht waargenomen en in de de hersenen wordt het evenwicht geregeld.

Zomaar onderzoeken is niet mogelijk dus er zit niets anders op om de patiënt onder narcose te brengen. De wijze van behandeling en het te verwachten verloop en eventuele herstel van de ziekte hangt af van de oorzaak van de afwijking. Met de tang wordt het dier gevangen en terwijl ik de kater fixeer geeft mijn assistente de injektie met het narcosemiddel. Als hij slaapt kijk ik in het oor. Daar zijn geen afwijkingen aan te ontdekken. De ziekte moet waarschijnlijk in de hersenen gezocht worden. Zenuwweefsel kent drie fasen van beschadiging. Fase één is de kneuzing, een afwijking die met een juiste medicatie na ongeveer drie dagen weer over is. Fase twee is de herstelbare schade waarbij de tijd die nodig is om te herstellen zes tot acht weken bedraagt. Fase drie is de onherstelbare schade. Het zenuwweefsel kan niet meer herstellen maar door een compensatie van ander zenuwweefsel kan er zeker wel wat verbetering optreden.
Ik castreer het dier en geef hem een injectie tegen zenuwkneuzing. Helaas is de afwijking na drie dagen nog hetzelfde zodat we de tweede periode van herstel ingaan. Maar ja, met deze afwijking kan de kat niet zo buiten leven, de weerbaarheid van het dier is verre van acceptabel zodat hij waarschijnlijk binnen de kortste keren onder een auto komt of ergens vanaf valt. Ik bel de mensen die het dier gebracht hebben op en leg het probleem voor. Tot mijn grote blijdschap zeggen ze nog wel een plekje in huis kunnen vrijmaken zodat we kunnen kijken of het nog wat worden wil.

Zo een "baasje" gun je elke kat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten